We zijn terug! We hebben het weekje binnenland overleefd en geloof me… het was de moeite! Ik zou hier uren kunnen doorgaan met typen, maar helaas laat de tijd dit niet toe (er moet nog heel wat gebeuren tijdens onze laatste dagen! 2 maanden is veel te kort!). We zijn blijkbaar echt in een muzikale bui want we hebben opnieuw een lied geschreven (op vraag van meneer Eduards) over onze binnenlandse stage.
.JPG)
Deze keer is het op een lied van Marco Borsato ‘Dromen zijn bedrog’.
’s Morgens, heel vroeg in de morgen
met onze koffers en al onze zorgen,
holder de bolder de weg op
af en toe eens uitstappen.
Jaja, holder de bolder, je kan vast al raden over welke weg het hier gaat! Inderdaad, THE Affobakkaweg! Het had minder geregend dus de weg lag nog vrij goed, gelukkig. Dat wil niet zeggen dat het een comfortabele rit was. We zaten met 30 studenten in een bus die elk nog eens een zak bij zich hadden en zoals je weet hebben de bussen hier ook in de middengang stoeltjes, m.a.w. we voelden ons wel een beetje als sardientjes in een blik. Bovendien was het er ook verschrikkelijk warm, zeker als er een tegenligger verscheen, want dan moesten alle ruitjes dicht om ons te beschermen tegen het rode stof dat opwaait. Dit was sterven! Ik wil toch nog even vermelden dat we de rode stof niet helemaal konden buitenhouden, zo ontstond ook de illusie dat we echt gebruind waren! Niet dus… Even wrijven met een doekje en we waren weer echte Bakra’s (witjes)!
De weg lag wel beter maar het blijft toch THE Affobakkaweg. We moesten dan ook 4 keer uitstappen en onze tocht een eindje te voet verder zetten om te verkomen dat de bussen zouden vastzitten!
Na een reis van zeven en een half uur kwamen we aan in Pokigron! We werden er warm ontvangen door een hele groep zingende kinderen, wat wil je nog meer?
Ps: zonder hoofdpijn uitstappen na een urenlange busrit met 28 Surinamers is echt een overwinning! De decibels die daar geproduceerd worden zijn ongelooflijk! Zo roepen! En dan nog eens die lachbuien daarbij, amai! De Surinaamse humor is toch een beetje anders dan onze humor… Ik herinner me nog de infosessie over de binnenlandse stage. Een leerkracht zei ‘het is daar geen hotel’, de lachbui die toen ontstond, ik kan het echt niet omschrijven. Zowel leerkrachten als studenten kwamen niet meer bij van het lachen, het scheelde niet veel of ze lagen over de grond te rollen!
Toen kon de stage beginnen,
oh ja, we hadden er zeker wel zin in.
Wat met die taal,
gaan ze ons wel verstaan?
Met verschillende boten trokken we rond 7 uur (jaja, elke morgen om 5.00u uit ons bed!) de Surinamerivier op om naar school te gaan. Echt leuk! We zaten verspreid over verschillende scholen en dus ook in verschillende boten. Letizia en Annelies gingen naar Jaw Jaw, Lieselot verzorgde lessen in Pamboko, Iemke in Gingeston en ik ging naar de school in Abenaston.
In het binnenland is het Nederlands niet zo vanzelfsprekend. De kinderen spreken er heel veel Saramacaans en kennen Sranantongo. Ze maken pas kennis met de Nederlandse taal (intussen een derde taal voor hen, ongelooflijk!) als ze naar school gaan. Ik merkte dat leerlingen in de klas en op de speelplaats heel dikwijls met elkaar communiceerden in het Saramacaans.
Ik stond in een vijfde klas dus bij de meeste leerlingen lukte het wel vrij goed om Nederlands te praten en te verstaan. Toch kon dit vaak heel veel inspanning vragen van mij, maar ook van de leerlingen om elkaar goed te verstaan.
.JPG)
Hier even een kort berichtje ertussen van mij, Lieselot! Wanneer je spreekt over het binnenland wil dit niet zeggen dat het overal helemaal hetzelfde is… Mijn stage verliep wat anders dan die van de anderen en ik wil jullie dit natuurlijk niet onthouden.
Ik stond, zoals jullie weten op een school in Pamboko. Een behoorlijk mooi schoolgebouw, met daarbij nog wat primitievere klasjes, waaronder dat van mij. Ooit al lesgegeven met de voeten in het zand, onder een afdakje en af en toe de brandende Surinaamse zon in je gezicht? Wel, ik wel.
Ik stond in een klas met 16 leerlingen, wat op zich goed meevalt. Maar… Een 3de leerjaar waarin leerlingen zaten die bijna allemaal voor de 2de of 3de keer het 3de overdeden. Toen ik mijn leerkracht bevroeg over de beginsituatie van deze kinderen zei ze volmondig: ‘ik heb niets te zeggen: er zijn er maar 3 die werken, de anderen zitten hier maar wat te prutsen, te niksen,… m.a.w. voor ‘piet snot’!’ Dat zei al veel! Zo ontdekte ik tijdens het lesgeven dat er maar 2 kinderen konden lezen, terwijl ze allemaal (of toch degene die zin hadden) lange zinnen overschreven van het bord in hun schrift!
Daarnaast observeerde ik enkele lessen waarbij ik de juf de opgave 74 – 54 al cijferend zag uitrekenen voor zichzelf en de uitkomst van de oefening 17 + 8 maar niet kon vinden! Mijn ogen werden voor de zoveelste keer opengetrokken!
Stage lopen in deze klas was een hele opgave, ik had na 1 les het gevoel van een hele week stage gelopen te hebben! Waw, niet niets! Ontzettend interessant, maar weerom niet eenvoudig!
Nog even dit… In deze dorpen heb je een basisschool, dus van bijzonder onderwijs (dat voor sommige van mijn klas misschien wel van pas zou kunnen komen) was geen sprake!
(Refrein:)
We zijn hier nu in Pokigron,
waar ’t avontuur voor ons allen begon.
Een warme avond met gitaar en gezang,
’t is hier echt vree wijs.
Een onvergetelijke reis,
ja, dit alles blijft ons echt voor altijd bij.
Samen met 58 Surinaamse medestudenten verbleven we in Pokigron. We hebben er heel wat leuke momenten meegemaakt. Naast het maken van lesvoorbereidingen hebben we gezellig gepraat, liedjes gezongen met de gitaar, spelletjes gespeeld, … Het was echt tof!
Woensdag stonden we te springen,
boeken lezen en met kinderen zingen.
Het thema was communiceren
en dat kan je leren.
Woensdag en donderdag hielpen we mee op een kinderboekenfestival te Atjoni. Het is de eerste keer dat het hier georganiseerd wordt. Het thema was ‘communiceren’ en de slogan luidde als volgt: ‘luister goed, wees soms ook stil en ontdek wat de ander zeggen wil’. We werden verdeeld over verschillende stands. In elke stand werden activiteiten georganiseerd, zo had je een stand waar je naar een verhaal kon luisteren, meespelen met een luisterspel, een tekening kon maken over een boek, luisteren en kijken naar de kamishibai, een toneelvoorstelling bijwonen, met muziekinstrumenten werken, er werden teken- en zangwedstrijden gehouden …
De scholen vaarden soms uren om dit kinderboekenfestival te kunnen bijwonen. Met veel enthousiasme hebben we de kinderen opgevangen en geëntertaind! Best wel een ervaring om in het diepe binnenland te kunnen meewerken aan zo’n initiatief!

’t Is hier steeds snikheet,
Ja, je baadt elke dag weer in ’t zweet.
3 keer per dag hoor je hier,
Me go wasi me sking!
Baden in een rivier... Het is me wat! Ik herinner me nog de allereerste keer dat we dit deden. We kwamen aan aan de rivier en zagen daar al een heleboel studenten in het water. Het was op zijn Surinaams: luid gepraat en geroep en oh ja… gieren van het lachen. Als 5 preutse Belgische meisjes (die bijna reflecteren in het donker) gingen we het water in om ons te baden.
Het is interessant om te weten dat de rivier meerdere functies heeft. Zo wordt het eten klaargemaakt in het rivierwater, wordt er de afwas in gedaan, baden de mensen er zich, dikwijls dient de rivier ook voor toilet en ook afval zoals luiers horen blijkbaar thuis in de rivier.
De allerlaatste avond gingen Lieselot en ik ons baden in de rivier (voor de laatste keer, joepie!). Het was reeds donker. Er was een medestudente die voorstelde om ondertussen met een zaklamp te schijnen. Toen we volledig waren ingezeept en we ons wilden afspoelen riep het meisje ons uit het water. ‘Kijk, zie je dat daar?’ We zagen 2 rode ogen… Oh ja, een kaaiman! (Niet zolang daarvoor had een jongen er zijn vis gekuist…) Dat was de laatste keer dat we de rivier zijn ingegaan!
Na een eindeloos durende Surinaamse opkuis verlieten we het binnenland en gingen we over de Affobakkaweg de stad tegemoet. Doodmoe kwamen we ’s avonds terug aan in ons huisje. Met een overheerlijke boterham met choco in de hand praatten we nog wat na en kropen we ons bedje in.
Bye bye binnenland en weldra bye bye Suriname…